Deze week behoor jij stellingen en opdrachten te maken die ik je via deze blog verspreidt.
We gaan deze de volgende les bespreken en daarbij krijgen jullie van elkaar feedback.
Stellingen Oervormen
1-Klopt deze definitie “oervormen is van
gedefinieerd naar ongedefinieerd waar/
onwaar
2-Oervormen is enkel geschikt voor het produceren
voor massaproductie waar/
onwaar
3-Alle grondstoffen zijn gietbaar waar/
onwaar
4-Spuitgieten
is en oervorm waar/
onwaar
5-Extruderen is een geen oervorm waar/
onwaar
6-Bij het gieten hoef ik geen lossingshoeken te
maken in mijn mal waar/
onwaar
7-Gietproducten worden nooit na-bewerkt met andere
productie methode waar/
onwaar
Opdracht:
Beschrijf het proces van spuitgieten.
Beschrijf in je eigen
woorden het verschil tussen spuitgieten en extruderen.
Beschrijf waarom
gietproducten vaak behoren te worden nabewerkt en op welke twee punten dat dan
zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten