Meestal kun je de vraag van de klant samenvatten in een zin (soms heb je er twee nodig). Deze zin begint dan met de woorden:
- Hoe kan ik... of,
- Hoe zorg ik ervoor dat... of,
- Hoe maak ik....
Bijvoorbeeld: de klant vraagt jou om een oplossing te bedenken voor het probleem dat de kat de zijkant van de bank kapot krapt.
Dan kan de probleemstelling zijn: hoe zorg ik ervoor dat de kat niet meer aan de bank krapt. Maar je kunt ook opschrijven dat de probleemstelling is: Hoe maak ik de huiskamer katvriendelijker.
Beide probleemstellingen kunnen leiden tot een oplossing van het probleem. Waar je bij de eerste probleemstelling misschien meteen denkt aan een oplossing die de kat uit de buurt houdt van de bank, denk je bij probleemstelling twee misschien meteen aan het toevoegen van een krappaal aan de inrichting van de woonkamer.
Probleemstelling 1 is opgesteld met de mens als doelgroep, probleemstelling 2 met de kat als doelgroep.
Om te weten welke probleemstelling door jouw klant bedoelt wordt, is het van belang dat je stap 1 van de zevensprong zorgvuldig hebt uitgevoerd. Mocht je bij het opstellen van de probleemstelling het idee hebben dat je nog niet alle vage termen en concepten helder hebt gemaakt, dan kun je gewoon een stapje terug doen.
Het kan ook helpen om de volgende vragen te beantwoorden voordat je de probleemstelling uitschrijft:
- Wie heeft het probleem?
- Wat is het probleem?
- Waar ontstaat het probleem?
- Wanneer ontstaat het probleem?
- Waarom ontstaat het probleem?
- Hoe onstaat het probleem?
Ontwerpen is een iteratief (herhalend) proces. Soms doe je een stap vooruit, maar moet je tegelijk ook een stapje terug doen. Geen probleem, maar je zult als ontwerper wel je afspraken (deadlines) moeten nakomen. Dus wanneer je een stapje terug doet, moet je iets harder werken om de afspraken na te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten